Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
3.2.1 Vorderingen op openbare lichamen
De vorderingen openbare lichamen is als volgt samengesteld:
Belastingdienst | 11.447 |
---|---|
Reinigingsdienst de Liemers (RDL) en andere Gemeenschappelijke Regelingen | 640 |
Ministeries/Rijksdienst/Provincies en overige openbare lichamen | 464 |
Diverse omliggende gemeenten | 87 |
Totaal | 12.638 |
Per medio april 2025 was van debiteuren "overheden" nog een bedrag van ruim € 11 miljoen te vorderen.
Het betreft voornamelijk de BTW uit het BTW compensatiefonds die op 1 juli 2025 wordt ontvangen.
3.2.2 Rekening-courantverhoudingen met niet financiële instellingen
De boekwaarde per 31 december is als volgt samengesteld:
Rek. courant Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN): | 248 |
---|---|
Kredietbank Nederland | 606 |
Boekwaarde per 31 december | 854 |
Rekening courant Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SvN)
Voor een toelichting verwijzen wij naar balanspost 1.3.4. Overige langlopende geldleningen.
De bedragen onder deze balanspost betreffen de bedragen in rekening courant bij de SVN waarvoor nog geen leningen zijn verstrekt voor starters op de woningmarkt en voor toekomst bestendig wonen. Daarnaast betreft het ontvangen rente en aflossingen voor verstrekte leningen die de SVN heeft ontvangen die nog niet met de gemeente zijn afgerekend.
Kredietbank Nederland
Op 29 november 2017 is door de gemeenteraad besloten om een dienstverleningsovereenkomst met de Kredietbank Nederland aan te gaan. Er is in totaal € 650.000 (€ 500.000 voormalige gemeente Zevenaar in 2017 en € 150.000 in 2018 voormalige gemeente Rijnwaarden) verstrekt als werkkapitaal. Om vanaf 1-1-2018 sociale kredieten te verstrekken aan inwoners van de gemeente Zevenaar. Op 31-12-2024 resteert na de aflossingen een bedrag van € 43.589 Dit betekent dat de Kredietbank een restant werkkapitaal van € 606.411 heeft op 31-12-2024 voor het verstrekken van sociale kredieten aan inwoners.
3.2.3 Schatkistbankieren
In 2013 is de Regeling Schatkistbankieren van kracht geworden en is elke gemeente verplicht overtollige liquide middelen, boven een bepaalde drempel, af te storten bij het ministerie van Financiën (in 's Rijks schatkist). Voor onze gemeente is deze drempel voor 2024 berekend op € 3,386 miljoen (2% van het begrotingstotaal incl. GR RDL en GR SALD)
Onze bank (Bank voor Nederlandse Gemeenten, BNG) bracht vanaf 1 juli 2021 bij een positief saldo van meer dan € 500.000 een negatieve creditrente in rekening. Om dit te voorkomen is het afroom-bedrag voor de schatkist naar beneden bijgesteld naar € 400.000. Waarom dit bedrag? Tussen het afroom-moment voor de schatkist zit een aantal uren. Als na dit moment nog geld op ons bankrekeningnummer bij de BNG wordt ontvangen gaan we hierover alsnog creditrente betalen. Inmiddels is de negatieve creditrente komen te vervallen. Maar omdat we bij het schatkistbankieren een hogere rente ontvangen dan bij de BNG is het handhaven van het geschetste afroom-beleid het gunstigste voor onze gemeente.
In het besluit begroting en verantwoording (BBV) zijn regels opgenomen over het rapporteren over (het gebruik van) het drempelbedrag. In onderstaande toelichting wordt voldaan aan deze rapportage-eis in de jaarrekening.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) | |||||
Verslagjaar | |||||
(1) | Drempelbedrag | 3385,58 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 299 | 224 | 179 | 299 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 3.087 | 3.162 | 3.207 | 3.087 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
(1) Berekening drempelbedrag | |||||
Verslagjaar | |||||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 169.279 | |||
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 169.279 | |||
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | ||||
(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotingstotaal kleiner of gelijk is aan 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van | Drempelbedrag | 3385,58 | |||
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(5a) | Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) | 27.199 | 20.348 | 16.476 | 27.481 |
(5b) | Dagen in het kwartaal | 91 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (5a) / (5b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 299 | 224 | 179 | 299 |
Op de balansdatum 31-12-2024 was een saldo van € 1.767.498 bij de schatkist ondergebracht.
Boekwaarde per 31 december | 1.767 |
---|
3.2.4 Overige vorderingen
De overige vorderingen zijn als volgt samengesteld:
Debiteuren algemeen | 1.402 |
---|---|
af: Voorziening debiteuren algemeen | -173 |
Diverse belastingen | 1.005 |
AF: Voorziening dubieuze debiteuren belastingen | -384 |
Debiteuren RSD (vorderingen op burgers) | 2.076 |
AF: Voorziening dubieuze debiteuren RSD | -177 |
Boekwaarde per 31 december | 3.749 |