Rechtmatigheid

Verantwoordelijkheid college van burgemeester en wethouder s

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings ‐ , voorwaarden ‐ , en misbruik ‐ en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings ‐ , voorwaarden ‐ , en misbruik ‐ en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet ‐ en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op 29 januari 2025 vastgestelde normenkader van de relevante wet ‐ en regelgeving verder toegelicht.
Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad bepaald en bedraagt 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op €5.298.000. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.

Bevinding
Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € 7.454.000 bedraagt. Dit is hoger dan de daarvoor gestelde grens van € 5.298.000. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van € 2.787.000 acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken. Netto onrechtmatigheid bedraagt daarmee € 4.667.000.

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de raad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke actie hij onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

Fouten herstel
Boekjaar 2023 was het eerste jaar voor de rechtmatigheidsverantwoording door het college in de jaarrekening. Na evaluatie van het boekjaar 2023 door de Commissie BBV is de Kadernota Rechtmatigheid herzien. Dit heeft geleid tot een voortschrijdend inzicht op 2 van de onderdelen zoals in 2023 gerapporteerd.  In de rechtmatigheidsverantwoording van 2023 is de financiële onrechtmatigheid met betrekking tot het niet zichtbaar vastleggen van de identiteit bij WMO en Participatiewet ad € 8.500.000 opgenomen onder misbruik & oneigenlijk gebruik criterium. Deze financiële onrechtmatigheden hadden onder de voorwaarden criterium verantwoord moeten worden. Deze komen daarmee totaal op € 9.332.000 en het onder misbruik & oneigenlijk gebruik te verantwoorden had €0 moeten zijn.

In de rechtmatigheidsverantwoording van 2023 is een onrechtmatigheid van € 264.000 opgenomen die ontstaan is door kredietoverschrijdingen. In de rechtmatigheidsverantwoording van 2023 is niet expliciet beschreven dat bij programmarekening 5 (Sport, cultuur en recreatie) en 8 (Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing) ook sprake is van een onrechtmatigheid van in totaal € 657.000. De totale onrechtmatigheid van 2023 komt daarmee op € 921.000. Op basis van afspraken die in de financiële verordening zijn opgenomen zijn de afwijkingen van € 657.000 bij de programmaoverschrijdingen acceptabel.

Bovenstaande aanpassingen hebben overigens geen andere conclusie van het college inzake het rechtmatig handelen tot gevolg.