Sociaal domein

Wat heeft het gekost?

Baten en lasten per programma

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Primitieve begroting

Na wijziging

Realisatie

Verschil

Baten

13.690

20.109

22.070

1.961

Lasten

72.477

83.225

84.115

-891

Gerealiseerd saldo van baten en lasten

-58.788

-63.116

-62.045

1.071

Mutaties reserves

Baten

24

1.009

2.183

1.174

Lasten

0

230

230

0

Totaal mutaties reserves

24

779

1.953

1.174

Gerealiseerd resultaat

-58.763

-62.337

-60.092

2.245

Verschillenanalyse

6.

Sociaal domein

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - OV-ambassadeurs
Wij hebben de ontvangen Rijkssubsidie van € 25.000 verstrekt aan MEE Samen voor uitvoering van het project OV-ambassadeurs.

Lasten

-25.000

N

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Subsidie OV-ambassadeurs
In 2024 hebben wij € 25.000 subsidie van het Rijk ontvangen voor het project OV ambassadeurs, een onderdeel van het verbeterplan doelgroepenvervoer.

Baten

25.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Kinderopvang
In 2024 zijn alle locaties (kinderdagopvang, gastouderbureaus en buitenschoolse opvang) geïnspecteerd en is 50% van de gastouders geïnspecteerd. We voldoen hiermee aan de Wet kinderopvang.
In 2024 zijn er minder nieuwe locaties bij gekomen en was inspecteren hiervoor dus niet nodig. Tevens zijn er minder handhavingsrapporten binnen gekomen, waardoor we minder inspecties na handhaving hebben moeten inplannen. Het voordeel bedraagt € 28.000.

Lasten

28.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Burgerinitiatieven en vrijwilligerswerk
Er is minder uitgegeven en aangevraagd voor incidentele en structurele subsidies voor de AED's (voordeel 14.000). Dit heeft er mede mee te maken dat er nog een vlekkenplan moet worden opgeleverd. Mocht bij het opstellen van het vlekkenplan in 2025 nog extra budget nodig zijn nemen we dit op in de voortgangsrapportage.
Daarnaast is in 2024 geen gebruik gemaakt van de incidentele middelen (voordeel € 100.000) voor ondersteuning bij het uitwerken van twee dorpsplannen. Dorpsraden waren in 2024 nog niet zover. Deze middelen zijn voor de jaren 2024 en 2025 beschikbaar gesteld (jaarlijks € 100.000 voor uitwerken van vier dorpsplannen). In 2025 worden naar verwachting twee dorpsplannen uitgewerkt, evenals in 2026. We verwachten de incidentele middelen in de komende jaren alsnog in te zetten. Voor 2025 zijn al incidentele middelen voor de ondersteuning van de uitwerking van twee dorpsplannen beschikbaar. Voor 2026 worden de, in 2024 niet ingezette, middelen opgenomen in de nog op te stellen Kadernota 2026-2029.

Lasten

114.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen
Het voordeel is veroorzaakt door de definitieve vaststelling van de subsidie over het jaar 2023 aan Caleidoz. Op basis van de verantwoording in 2024 is de definitieve subsidie lager vastgesteld (voordeel € 161.000).

Lasten

161.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Mantelzorg
Doordat er sprake is van ingroei in het aanvragen in 2023 van mantelzorgwaarderingen door inwoners, is niet het volledig beschikbare budget ingezet (voordeel € 40.000). In 2024 is, o.b.v. de verantwoorde subsidie, bij de definitieve vaststelling van de subsidie over 2023 rekening gehouden met dit voordeel.

Lasten

40.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen / Preventie (SPUK Breed)
De specifieke uitkering 'versterking voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023-2026' (zgn. SPUK Breed) bedraagt ruim € 912.000 en is verdeeld over 15 onderdelen en diverse taakvelden binnen programma's 5, 6 en 7 (Sport, cultuur en recreatie/Sociaal domein/Volksgezondheid en milieu). De totale werkelijke lasten voor de onderdelen/taakveld binnen dit programma zijn aan het eind van het jaar bekend en bedragen afgerond € 196.000 (nadeel). Tegenover de werkelijke lasten wordt het daarvoor beschikbare deel van de SPUK Breed ingezet als dekking (zie ook toelichting voordeel onder baten bij dit taakveld).

Lasten

-196.000

N

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen / Preventie (SPUK Breed)
De specifieke uitkering 'versterking voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023-2026' (zgn. SPUK Breed) van het Rijk bedraagt ruim € 912.000 en is verdeeld over 15 onderdelen en diverse taakvelden binnen programma's 5, 6 en 7 (Sport, cultuur en recreatie/Sociaal domein/Volksgezondheid en milieu). De totale werkelijke lasten voor de onderdelen/taakveld binnen dit programma zijn aan het eind van het jaar bekend en bedragen € 196.000. Tegenover de werkelijke lasten wordt het daarvoor beschikbare deel van de SPUK Breed ingezet als dekking (Voordeel € 196.000 / zie ook toelichting nadeel onder lasten bij dit taakveld).

Baten

196.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Opvang ontheemden Oekraïne
Voor de uitgaven in het kader van de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne is begin 2024 een raming gemaakt. Daarna zijn er voor enkele locaties transitievergoedingen aangevraagd. Deze hebben geresulteerd in een nadeel ten opzichte van de geraamde uitgaven van afgerond € 525.000. Dit nadeel wordt opgevangen door een hogere vergoeding vanuit het Rijk. Dit leidt bij de baten tot een gelijk voordeel.

Lasten

-525.000

N

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Opvang ontheemden Oekraïne
Voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne ontvangen wij een vergoeding van het Rijk op basis van een normbedrag. Het normbedrag is voor 2024 verlaagd van € 83 naar 61 per opvangplek per dag. Door deze verlaging moeten wij nu gebruik maken van de uitzonderingsbepaling. Op basis van deze bepaling kunnen wij de werkelijke kosten declareren bij het Rijk.

Baten

525.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Minderheden
Er is in de begroting 2024 rekening gehouden met extra kosten voor de opvang en begeleiding Oekraïners die niet gedekt kunnen worden binnen de reguliere middelen. Voor de dekking van deze extra kosten is een bedrag onttrokken aan de bestemmingsreserve 'Opvang en begeleiding Oekraïners'. Er zijn geen extra kosten gemaakt, ten opzichte van de begroting is dit een voordeel van € 130.000. Tegenover dit voordeel staat ook het nadeel omdat er geen bedrag is onttrokken aan de reserve (zie ook toelilichting onder 0.10 onttrekkingen reserves).

Lasten

130.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid.
De kosten voor de uitvoering van het minimabeleid zijn lager. Deels door de indexering in 2024 en deels door m.n. lagere uitgaven voor de collectieve zorgverzekering. Het voordeel bedraagt € 93.000.

Lasten

93.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (tijdelijk energiefonds)
In de 2e voortgangsrapportage is een inschatting gemaakt van de te verwachte lasten van de kosten voor uitvoering van het tijdelijk energiefonds. Hiervoor is een onttrekking aan de gelijknamige reserve geraamd van € 625.000. De werkelijke lasten bedragen € 738.000. Het nadeel bedraagt € 113.000. De hogere lasten zijn gedekt door een extra onttrekking voor hetzelfde bedrag (zie toelichting onder 0.10 onttrekkingen reserves).

Lasten

-113.000

N

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (BUIG/Bbz/Tozo)
In het tweede halfjaar 2024 is sprake van een stijging in de uitgaven voor loonkostensubsidies en zijn de indexeringen over 2024 verwerkt. Ten opzichte van de tweede voortgangsrapportage (VGR) 2024 is sprake van hogere lasten (nadeel € 455.000). Daarnaast is de definitieve BUIG uitkering over 2024 vastgesteld door het Rijk. Per saldo bedraagt het voordeel op de BUIG t.o.v. de tweede VGR 2024 € 327.000.

Lasten

-455.000

N

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (BUIG/Bbz/Tozo)
De hogere baten zijn een gevolg van de hogere vaststelling van het definitief door het Rijk vastgestelde BUIG budget 2024 t.o.v. het in april 2024 gepubliceerde voorlopig budget. Voordeel € 782.000.
Voor de Tozo een nadeel van € 84.000 omdat we dit terug moeten betalen aan het Rijk. Per saldo een voordeel van € 698.000.

Baten

698.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (mutatie voorziening oninbare vorderingen)
Na analyse van de werkelijke oninbare vorderingen van voorgaande jaren is gebleken dat het percentage oninbaar te hoog werd aangehouden. In de 2e voortgangsrapportage 2024 is daarom rekening gehouden met een correctie van de voorziening (oninbare vorderingen bij de RSD) voor een bedrag van € 450.000. In werkelijkheid bedraagt de correctie van het aanpassen van de percentages € 525.000. Dit is een voordeel van € 75.000.
De mutatie op vorderingen, voorziening oninbare vorderingen en de terugbetalingsverplichting aan het Rijk in 2024 bedraagt € 255.000. Deze mutatie ramen we niet en betekent dan ook een nadeel in de jaarrekening 2024. Per saldo verantwoorden we een nadeel van € 180.000. Dit nadeel komt voor € 285.000 tot uiting op dit taakveld. Het overige voordeel van € 105.000 komt voornamelijk tot uiting op taakveld 6.71A.

Lasten

-285.000

N

I

6.4 WSW en beschut werk - Sociale werkvoorziening
Bij de afrekening over 2024 van de bijdrage per fte Wsw aan Scalabor B.V. is rekening gehouden met een lagere bijdrage. De lagere bijdrage is veroorzaakt door extra middelen van het Rijk voor behoud van de infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven en nog beschikbare coronacompensatie. Hierdoor kon het bedrag per fte Wsw worden verlaagd van € 2.338 naar 1.192. Het voordeel bedraagt € 140.000.

Lasten

140.000

V

I

6.5 Arbeidsparticipatie - Participatiebudget re-integratie
Over de maanden november en december 2024 is een extra investering gedaan (nadeel € 108.000) door de inzet van re-integratiemiddelen om mensen aan het werk te helpen. Dit heeft ook geleid tot een vermindering van het BUIG-tekort.

Lasten

-108.000

N

I

6.5 Arbeidsparticipatie - Activerend werk
In het kader van activerend werk kunnen vanuit de zorg specifieke producten worden ingezet. In 2024 laat deze vorm van begeleiding een overschrijding zien van € 32.000 omdat er meer personen gebruik van hebben gemaakt.

Lasten

-32.000

N

I

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) - Voorzieningen
De uitgaven voor WMO-voorzieningen (woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen) laten een voordeel zien. Dit voordeel zien we met name bij de woonvoorzieningen (€ 218.000). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een laag aantal woningaanpassingen.

Lasten

245.000

V

I

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) - Eigen bijdragen
De eigen bijdragen voor de WMO laten een voordeel zien van € 87.000. Het aantal Wmo-voorzieningen is de laatste jaren gestegen. De eigen bijdrage is niet aangepast aan deze stijging.

Lasten

87.000

V

S

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) - Invalidenparkeerkaarten
De kosten met betrekking tot de invalidenparkeerkaarten laten een overschrijding zien (€ 33.000). Voor het grootste deel door veroorzaakt door de advieskosten.

Lasten

-33.000

N

I

6.71A Wmo hulp bij het huishouden - zorgkosten
Op het taakveld hulp bij het huishouden is een voordeel ontstaan van € 204.000 op een begroting van bijna € 7.400.000. Het grootste deel van dit voordeel wordt veroorzaakt door de jaarlijkse bijstelling van de voorziening dubieuze debiteuren (€ 114.000). De zorgkosten zelf laten een voordeel zien van € 90.000, vrijwel gelijk aan de raming.
We zien nog steeds een stijging van de uitgaven voor huishoudelijke ondersteuning. Maar we zien nu dat de stijging in kosten vooral wordt veroorzaakt door de tarieven. We zien dat in het indiceren conform het HHM normenkader en goed kijken naar wat nodig is leidt tot een afzwakking van de kostenstijging.

Lasten

204.000

V

I

6.71B/C/D Wmo begeleiding en dagbesteding - zorgkosten
De Wmo begeleiding is onderverdeeld in meerdere taakvelden. In deze verschilverklaring zijn deze samengeteld. Voor 2024 laten de uitgaven een negatief saldo zien. Ten opzichte van de begroting (€ 4.470.000) is € 282.000 meer uitgegeven.
Dit nadeel wordt met veroorzaakt door een administratieve herverdeling van Wmo kosten in 2024, maar ook door toegenomen kosten voor zorgbemiddeling (de zogenaamde 'bemoeizorg').

Lasten

-282.000

N

I

6.72A/B/C/D Jeugdhulp begeleiding, behandeling en dagbesteding - zorgkosten
De kosten voor jeugdhulp zonder verblijf zijn verdeeld over meerdere taakvelden. In deze verschilverklaring worden deze samengevoegd. Totaal is voor deze taakvelden een bedrag van € 7.100.000 geraamd. De kosten bedragen in totaliteit een bedrag van € 7.540.000. Een nadeel van € 440.000.

Lasten

-440.000

N

I

6.72A/B/C/D Jeugdhulp begeleiding, behandeling en dagbesteding - zorgkosten
Afgelopen jaar is gebleken dat een aantal zorgkosten, op basis van het woonplaatsbeginsel, niet voor rekening diende te komen voor de gemeente Zevenaar. De betaalde kosten zijn in rekening gebracht bij de juiste gemeente. Dit levert op deze taakvelden een voordeel op van afgerond € 177.000.

Baten

177.000

V

I

6.72A/B/C/D Jeugdhulp begeleiding, behandeling en dagbesteding - uitvoeringskosten RSD
De regionale sociale dienst (RSD) verricht voor ons een aantal diensten op het gebied van de jeugdhulp. Deze kosten worden doorbelast naar het taakveld 6.72A. Afgelopen jaar heeft de RSD voor een bedrag van € 67.000 meer doorbelast.

Lasten

-67.000

N

I

6.73A/B/C Jeugdhulp met verblijf gezinsgericht / pleegzorg - zorgkosten
De kosten voor jeugdhulp met verblijf zijn verdeeld over meerdere taakvelden. In deze verschilverklaring worden deze samengeteld. Voor jeugdhulp met verblijf is in 2024 een bedrag van € 9.050.000 geraamd. De uitgaven in 2024 bedragen € 7.700.000. Dit resulteert in een positief resultaat van € 1.350.000.
Er is al langere tijd ingezet op zo min mogelijk jeugdigen in verblijf. Waar mogelijk wordt hier nadrukkelijk op gestuurd. We zien nu een positief beeld bij de kosten voor verblijf. We zien wel een (gewenste) verschuiving naar de kosten voor jeugdhulp zonder verblijf.

Lasten

1.365.000

V

I

6.73A/B/C Jeugdhulp met verblijf gezinsgericht / pleegzorg - zorgkosten
Afgelopen jaar is gebleken dat een aantal zorgkosten, op basis van het woonplaatsbeginsel, niet voor rekening diende te komen voor de gemeente Zevenaar. De betaalde kosten zijn in rekening gebracht bij de juiste gemeente. Dit levert op deze taakvelden een voordeel op van afgerond € 75.000.

Baten

75.000

V

I

6.74A/B/C Jeugdhulp GGZ en crisis - zorgkosten
De taakvelden 6.74A t/m 6.74C zijn samengeteld in deze verschilverklaring. Het gaat hierbij om de kosten voor jeugdhulp GGZ, de crisis en landelijke opvang en gesloten plaatsingen. In totaal is hiervoor € 4.095.000 geraamd. De kosten zijn uitgekomen op € 4.821.000. Een financieel nadeel van € 726.000. Een deel van deze stijging is toe te wijzen aan het toegenomen aantal toewijzingen via de huisarts.

Lasten

-726.000

N

I

6.81B Maatschappelijke- en vrouwenopvang - Veilig thuis
De jaarlijkse bijdrage aan de stichting Veilig Thuis (via de VGGM) valt afgerond € 41.000 lager uit dan geraamd (€ 392.000). Dit wordt veroorzaakt door een hogere DUVO bijdrage (decentrale uitkering vrouwen opvang) die de gemeenten Arnhem en Ede hebben ontvangen en hebben bijgedragen aan Veilig Thuis.

Lasten

41.000

V

I

6.82A/B Jeugdbescherming en jeugdreclassering - zorgkosten
Op deze taakvelden is een bedrag van € 1.274.000 geraamd. We zien dat de kosten in 2024 € 1.159.000 bedragen. Het financiële resultaat is € 115.000. De kosten zijn vrijwel niet te beïnvloeden omdat het vrijwel altijd wordt ingezet vanuit een rechterlijke uitspraak.

Lasten

115.000

V

I

0.10 Onttrekkingen reserves - reserve opvang en begeleiding Oekraïners
Voor 2024 is een onttrekking geraamd van € 130.000 uit bestemmingsreserve opvang en begeleiding Oekraïners. Er zijn geen kosten gemaakt die niet gedekt kunnen worden binnen de reguliere middelen. Er hoeft daarom geen onttrekking plaats te vinden uit de reserve. Dit betekent ten opzichte van de begroting tot een nadeel van € 130.000.

Baten

-130.000

N

I

0.10 Ontrekkingen reserve - Tijdelijk energiefonds (voorheen noodfonds)
De bestemmingsreserve is in 2024 ingezet voor dekking van de kosten voor uitvoering van tijdelijk energiefonds (voorheen noodfonds). In de 2e voortgangsrapportage is rekening gehouden met een onttrekking van € 625.000. In werkelijkheid is in 2024 een bedrag van € 738.000 ingezet. Het voordeel bedraagt € 113.000.

Baten

113.000

V

I

0.10 Ontrekkingen reserve - Tijdelijk energiefonds (voorheen noodfonds)
Deze bestemmingsreserve is in 2022 ingesteld door storting van € 2 miljoen uit de algemene reserve. Het resterend saldo na inzet in 2023 en 2024 bedraagt € 1.191.000 wordt toegevoegd aan de algemene reserve omdat het tijdelijk energiefonds ingesteld is voor de periode 1 juli 2023 tot juli 2024.

Baten

1.191.000

V

I

Programma 6 Sociaal domein - Overige verschillen
Naast de omschreven afwijkingen per taakveld zijn er diverse kleine verschillen (< € 25.000) die wij niet verder toelichten.

Lasten

-101.000

N

I

Deze pagina is gebouwd op 06/12/2025 15:46:35 met de export van 06/12/2025 15:35:36