Algemeen

Hoofdlijnen

Financiële hoofdlijnen

Inleiding

Resultaat
(-/- is een nadeel, + is een voordeel)
De jaarstukken 2024 sluiten met een nadelig resultaat van € 2.536.690. Het geraamde nadelige resultaat na wijziging is € 3.144.894. Ten opzichte van de begroting na wijziging is dus sprake van een voordelig verschil van € 608.204.

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Primitieve begroting

Na wijziging

Realisatie

Verschil

Baten

165.455

174.747

174.092

-655

Lasten

165.847

177.892

176.629

1.263

Resultaat 2024

-391

-3.145

-2.537

608

Toelichting op hoofdlijnen

Het totale voordeel van € 608.204 wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende afwijkingen (groter dan € 250.000) ten opzichte van de ramingen waarbij is aangegeven of deze incidenteel of structureel zijn.

Omschrijving

bedrag
x € 1.000

I of S

1. Pensioenvoorziening wethouders dotatie

-456

I

2. Organisatieontwikkeling

510

I

3. Grondexploitaties

-1.014

I

4.Sportaccommodaties - Sportbedrijf gebouwen

-257

S

5. Inkomensregelingen - inkomensvoorzieningen

327

I

6. Jeugdhulp - zorgkosten

376

I

7. Wmo - zorgkosten

-282

I

8. Reserve Tijdelijk energiefonds (voorheen noodfonds)

1.191

I

9. Riolering mutatie voorziening

320

I

Toelichtingen bij de grootste afwijkingen:

  1. De toevoeging aan de voorziening is voor een groot deel te verklaren door actieve deelnemers, zowel wethouders als wachtgelders, die extra pensioen opbouwen per jaar. Daarnaast speelt het rekenrentepercentage een rol. Bij de berekening van het benodigd doelvermogen van de pensioenvoorziening hanteren we de rekenrente. Als gevolg van de daling van de rekenrente was een toevoeging van € 456.000 noodzakelijk. Dit in tegenstelling tot de begroting waarin geen rekening was gehouden met een storting.
  2. In de meerjarenbegroting 2023-2026 is een budget van € 600.000 beschikbaar gesteld voor de organisatieontwikkeling. Daar bovenop is door de Provincie Gelderland een subsidie Vitaal Bestuur toegekend van € 120.000. Dit brengt het totale meerjarige budget op € 720.000. In 2024 zijn uitgaven gedaan met name voor de werving en selectie van de domein- en teammanagers. Eind 2024 is een bedrag van € 510.000 nog niet besteed, een voordeel in 2024. Dit is bedoeld voor de verdere doorontwikkeling in 2025 en 2026, onder meer voor de detaillering van structuren en processen.
  3. Ten behoeve van de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie heeft een integrale doorrekening plaatsgevonden. Een en ander op basis van actuele marktontwikkelingen en een notitie parameters welke is vastgesteld op 11 maart 2025. Deze jaarlijkse herziening is vervat in de uitvoeringsrapportage grondexploitatie 2024. In de uitvoeringsrapportage is het verwachte resultaat per grondexploitatie becijferd op basis van netto contante waarde (NCW) per 1 januari 2025. Ten opzichte van vorig jaar per saldo een verslechtering van € 1.014.000 NCW. Voor deze verslechtering kunnen de volgende oorzaken worden aangewezen:

- De bijstelling van de grondopbrengsten in de grondexploitaties, op basis van een marktonderzoek naar grondprijzen van (bedrijfs)kavels, bedraagt € 3.649.000 positief.
- Enkele deelgrondexploitaties zijn voor een groot deel woonrijp gemaakt. In deze deelgebieden heeft dit gezorgd voor gedeeltelijke vrijval van kosten die geraamd waren, maar niet meer benodigd zijn voor het bouwrijp maken. In de grondexploitaties is het budget behouden ten behoeve van het woonrijp maken. In totaliteit heeft dit een positief effect van € 1.721.000.
- Er heeft een prijspeilcorrectie plaatsgevonden om de budgetten te actualiseren op het huidige prijsniveau. Dit levert een nadeel op van € 5.164.000.
- De vertraging rond het Tracébesluit Via15 heeft evenals vorig jaar gezorgd voor een vertraging. Deze vertraging in de uitgifte heeft effect op de VTU- en plankosten. Dit heeft een nadelig effect van € 600.000.
- Vanwege langere procedures dan in het verleden verwacht werd, worden meer kosten gemaakt om het project tot een goed einde te laten komen. Deze vertraging heeft effect op de VTU- en plankosten. Dit heeft een nadelig effect van € 401.000. Deze extra kosten kunnen gecompenseerd worden met vrijgevallen budgetten binnen het project Zevenaar Oost Wonen.
- De overige niet nader verklaarde verschillen bedragen per saldo € 219.000 nadelig.

  1. De lasten zijn in totaal € 257.000 hoger. Dit heeft een drietal oorzaken.

- Een correctie in verband met het BTW compensatie fonds (BCF). Uit de BTW controle is gebleken dat onterecht BTW is gecompenseerd. De BTW wordt voortaan kostprijsverhogend geboekt en heeft dus een structureel karakter structureel (€ 115.000).
- Een ‘naheffing’ van Ataro voor de elektriciteitskosten van het Lentebad. Doordat DVEP (de leverancier van elektriciteit van Ataro) failliet is gegaan in 2022, komen nu pas de laatste rekeningen van de curator binnen (€ 125.000).
- Terugbetaling aan Ataro BV naar aanleiding van de dienstverleningsovereenkomst 1e kwartaal 2024 en afrekening 2022 (€ 20.000).  

  1. In het tweede halfjaar 2024 is sprake van een stijging in de uitgaven voor loonkostensubsidies en zijn de indexeringen over 2024 verwerkt. Ten opzichte van de tweede voortgangsrapportage (VGR) 2024 is sprake van hogere lasten (nadeel € 455.000). Daarnaast is de definitieve BUIG uitkering over 2024 vastgesteld door het Rijk. Per saldo bedraagt het voordeel op de BUIG t.o.v. de tweede VGR 2024 € 327.000.
  2. We zien bij de jeugdhulp een voordeel van afgerond € 375.000. Het voordeel ligt vooral bij uitgaven die zijn teruggevorderd bij andere gemeenten. Dit omdat de kosten ten onrechte zijn betaald door onze gemeente maar op basis van het woonplaatsbeginsel bij  andere gemeenten horen. Daarnaast zien we per onderdeel wel verschuivingen. We zien nog steeds dat we onvoldoende grip hebben op verwijzingen van bijvoorbeeld huisartsen. Positief is de verschuiving die we zien van zorg in verblijf naar begeleiding.
  3. De Wmo laat een tekort zien van € 282.000 bij de begeleiding en dagbesteding.  Deels wordt deze overschrijding veroorzaakt door gestegen kosten voor zorgbemiddeling (de zogenaamde 'bemoeizorg').
  4. De vrijval van de reserve tijdelijk energiefonds leidt tot een voordeel. Het resterend saldo van deze reserve na inzet in 2023 en 2024 bedraagt € 1.191.000. Het tijdelijk energiefonds was ingesteld voor de periode 1 juli 2023 tot juli 2024.
  5. In 2024 hebben we een storting begroot van € 617.000. In realisatie heeft een storting van € 297.000 plaatsgevonden. Hierdoor een voordeel van € 320.000.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico's die zich binnen onze gemeente kunnen manifesteren. De weerstandscapaciteit zijn de middelen en de mogelijkheden waarover een gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de benodigde weerstandscapaciteit (risico's) afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

25.454.000

= 2,85

                                                               Benodigde weerstandscapaciteit                             8.926.000

De berekende ratio duidt op een uitstekend weerstandsvermogen om de risico’s af te dekken.

Deze pagina is gebouwd op 06/12/2025 15:46:35 met de export van 06/12/2025 15:35:36